Een Sprong In Het Diepe (9)

Tai Chi als Diagnostisch Middel, Reflecties en Levenslessen in de Liefde

Leestijd: 9 minuten

Beeld: Mohamed_hassan, Jolly Equilibrium logo edit: Erik Stout

Tai Chi is natúúrlijk bewegen. Wind waait zonder dat het daar moeite voor hoeft te doen, regen valt zonder inspanning en water stroomt altijd naar het laagste punt zonder daar over te hoeven nadenken. Op deze principes zijn zowel the I Ching (het Boek der Veranderingen) als het uit China afkomstige Taoïsme gebaseerd en dat klinkt dus niet al te lastig: gewoon bewegen zoals je beweegt.

Tuurlijk.

In ben nu reeds een half jaar in China en vind dat ik ‘het nu wel moet kunnen.’ Telkens wanneer de meester langskomt en mij uit de flow haalt van even lekker tai chi-en, wil ik eigenlijk het liefst dat hij mij laat aanmodderen zodat ik het idee heb dat het prima gaat. Het grappige is dat er zonder meer vorderingen worden gemaakt maar dat ze niet stroken met mijn verwachtingen, die op hun beurt gebaseerd zijn op de illusie dat ik met een half jaar op hetzelfde niveau kan tai chi-en als een meester die er al bedreven in was voordat hij kon lopen.

Buiten deze verwachtingen om echter blijkt tai chi, omdat het alles met natuurlijke balans te maken heeft, een ongelofelijk bijzondere graadmeter voor mijn hele staat van zijn.[1] Zo lang ik nog van de meester hoor dat mijn schouders, heupen of polsen niet ontspannen zijn (terwijl ik denk van wel), weet ik nu dat mijn gedachten toch nog ergens anders zijn dan bij de oefening. Ik ben er dan dus ‘niet bij.’ Dat veranderd wanneer de bewegingen wèl vanuit ontspannen staat worden uitgevoerd; dan is het gevoel wezenlijk anders en lijkt het bewegen als vanzelf te gaan.

Voelen waar en wanneer er nog spanning in het lichaam zit tijdens de beoefening, kan informatie opleveren over mogelijke problemen of (nog niet verwerkte) issues. Daarmee wordt tai chi, naast een heerlijke en artistieke manier om flexibel, sterk en fit te blijven, ook opeens een waardevol diagnostisch middel. Met dat in het achterhoofd is de feedback van de meester, hoe lastig ik het soms ook vind om te ontvangen, van onschatbare waarde. Want hoe beter we het lichaam leren lezen, hoe sneller we er achter kunnen komen of er van stressoren sprake is en zo ja, welke. In dat licht bezien worden fysieke ongemakken en ziektes opeens waardevolle bronnen van informatie.

Beeld: Mohamed_hassan, Tekst: Erik Stout

Dat werd actueel toen ik eind februari weer eens ouderwets door mijn rug ging. Daarbovenop werd ik een week later getroffen door een dag met intense hoofdpijn en misselijkheid en de periode lage rugpijn sluimerde lekker drie weken door. Schade en schande hebben geleerd dat deze kwalen nooit op zichzelf staan, maar nagenoeg altijd samenvallen met een of meerdere factoren die op knoppen drukken. Dat blijken er bij nader onderzoek dan toch weer meer te zijn dan gedacht (lees: gehoopt).

Want gebeurtenissen staan nooit op zichzelf. In het proces van het leven gaat de ene gebeurtenis in de andere over en is het een uitpluizerij van jewelste om er achter te komen welke factoren (mensen of situaties) op onze knoppen kunnen drukken. Bij mij werkt het meestal zo: Als er eenmaal op een knop is gedrukt, wordt er binnen afzienbare tijd op meer knoppen gedrukt. Dat komt omdat ik erg bedreven ben in het omzeilen van zulke factoren, waardoor er meestal een moment ontstaat dat ik de illusie ga geloven al mijn demonen verwerkt te hebben. Op zulke momenten laat ik mijn bewaking zakken en *boem*, er is weer op een knop gedrukt waardoor ik uit het veld geslagen ben en er onherroepelijk op meer knoppen gedrukt gaat worden.

Onder die knoppen zitten diep verankerde overtuigingen, waarvan er reeds twee zijn besproken in deel 6 (ik kan niet voor mezelf zorgen & wat ik ook doe, het is toch nooit goed genoeg). De diepe verankering zorgt ervoor dat we vaak onbewust toch vanuit die overtuiging handelen, waardoor we in een vicieuze cirkel blijven draaien. De hoop dat de overtuiging om niet voor mezelf te kunnen zorgen nu wel is ontmanteld, blijkt dat een illusie te zijn zodra ik mijzelf toch weer kinderlijk-afhankelijk heb opgesteld.

Met ‘kinderlijk-afhankelijk’ bedoel ik letterlijk de afhankelijkheid die een kind ervaart van ouders. Zodra er op onze knoppen wordt gedrukt voelen we ‘kindpijn’ en die triggert onze in de kindertijd aangeleerde reacties; oftewel kinderlijk gedrag. We gaan van kindpijn naar kind-zijn! Hoe dieper dat verankerd zit, hoe minder bewust wij ervan zijn dat er op knoppen wordt gedrukt en hoe subtieler het kinderlijke verlangen naar geborgenheid en veiligheid zich uit in ons gedrag.

Mijn codependentie uit zich reeds lang in please-gedrag naar een ieder die mijn innerlijke kind als potentiele verzorger ziet, alleen begin ik recentelijk pas door te krijgen op welke momenten (en bij welk type mensen) dat gedrag de kop opsteekt. Vaak ben ik dan voor mijn gevoel al te ver in het please-gedrag doorgeschoten, waardoor angst voor afwijzing volgt zodra ik dat gedrag wil stoppen en dan dreigt een neerwaartse spiraal. Laten we een recente situatie bespreken als voorbeeld.

Via de kung fu school leerde ik een dame kennen met wie snel een vriendschap ontstond. Zij is woon- en werkzaam op een half uurtje rijden van de school en eind februari gunde ik mezelf een week vakantie, die ik bij haar doorbracht (bovendien was het vooruitzicht op een verwarmd appartement heel aantrekkelijk). Dat werd voor beiden uiteindelijk een ongelofelijk intense week waar zowel op knoppen werd gedrukt als heling op meerdere vlakken plaats vond. De gesprekken waren diep en de seks heerlijk en bijzonder, waarbij voorafgaand daaraan was uitgesproken dat een relatie momenteel niet tot de mogelijkheden behoorde.

Echter herhaalde zich hier een patroon. Het feit dat mijn ex en ik begin 2020 uit elkaar gingen, wilde niet zeggen dat mijn neiging tot het zoeken naar iemand om voor mij te zorgen zomaar was opgelost in het niets. Dus ging de zoektocht naar een dame die mij wilde verzorgen ‘gewoon’ onder de radar van het bewustzijn door, waarbij een belangrijke realisatie tot niet zo lang geleden over het hoofd werd gezien.

Het verlangen om verzorgd te worden is namelijk een kinderlijk verlangen, maar als volwassene willen we ook graag in intellectuele als seksuele behoeften worden voorzien. Die twee gaan lastig samen want in het eerste geval is er sprake van een bepaalde mate van ongelijkheid tussen de partners, terwijl het in volwassen relaties juist om gelijkheid zou moeten gaan tussen individuen die ook zonder relatie prima op eigen benen kunnen staan, met name emotioneel! Intussen is er de realisatie dat zolang mijn kinderlijke verlangen nog immer een belangrijke rol speelt en bepaalde kindpijnen nog niet zijn verwerkt, ik er eerst maar eens achter mag komen wat het voor mij eigenlijk betekend om emotioneel volwassen te worden.

Het kinderlijke aspect in mijn gedrag wordt vooral duidelijk nadat ik met een dame het bed heb gedeeld. Doordat mijn kinderlijke verlangen nog altijd vanuit het onderbewustzijn actief is, kan het niet anders dan dat ik intiem betrokken raak met dames die zorgen en leiding nemen. Mijn bewustzijn zegt dat het een volwassen relatie wil op basis van gelijkwaardigheid, maar mijn onderbewustzijn wil nog steeds verzorgd en geleid worden. Onbewust ga ik dan bewust op zoek naar dames die, bewust of onbewust, zorgen en leiden,[2] want zodra er iemand is die mij aan de hand neemt hoef ik niet meer “bang” te zijn dat ik doodga (als gevolg van de diep weggestopte overtuiging niet voor mezelf te kunnen zorgen).

Natuurlijk kan zo’n situatie nooit harmonieus eindigen. Òf degene die verzorgd en geleid wordt voelt zich uiteindelijk opgesloten in een dwangbuis, òf degene die zorgt en leidt wordt de passiviteit van de ander na verloop van tijd zat, of allebei. Zolang wij, bewust of onbewust, er nog steeds van overtuigd zijn dat een ander onze onverwerkte zaken kan (en moet) oplossen, zeggen we aan het begin van elke relatie: “ik hou van jou,” en aan het eind ervan: “jij kunt mij niet meer geven wat ik nodig heb,” zonder eigenlijk te weten wat we nodig hebben. We gaan dan weer naar een nieuwe “liefde” op zoek en het hele verhaal begint van voor af aan.[3]

Na een bijzondere week vakantie met genoemde dame te hebben doorgebracht, ontstond bij mij het knagende gevoel dat ik toch weer in een dwangbuis terecht dreigde te komen. In zo’n geval is mijn eerste reflex om de ander te gaan wegduwen omdat er dan op zoveel knoppen wordt gedrukt, dat het voelt als een system-overload. Deze vicieuze cirkel heeft zich na mijn scheiding een paar keer voorgedaan en resulteerde er in dat mijn handelen, zonder dat te willen, toch mensen pijn heeft bezorgd.[4]

Deze realisatie viel samen met het moment dat ik door mijn rug ging. Want opeens werd duidelijk hoe vaak mijn gedrag in het verleden niet gebaseerd was op een rustig afgewogen en volwassen beslissing, maar slechts het resultaat was van knoppen waarop was gedrukt. Na mijn achttiende was ik wellicht op papier volwassen, maar vaak vertoonde mijn gedrag meer gelijkenis met het irreële gedrag van kinderen, simpelweg omdat ik bij elke ingedrukte knop terugschoot naar kind-zijn. Bovendien waren er nogal wat knoppen.

Zolang de herinnering teruggaat heb ik mezelf ervan overtuigd dat ik nooit anderen pijn zou kunnen doen. Mocht dat toch gebeuren, dan was het zeker niet mijn intentie geweest en kon de schuld ervan niet op mij worden afgeschoven. Dat waanbeeld werd met de hierboven beschreven realisatie aan flarden geschoten en dat was een dusdanig grote knop, dat mijn rug er hevig van in de kramp schoot. Plots werd duidelijk dat ik niet de heilige was die ik wilde (of moest) zijn, en dat zorgde voor een dikke stressreactie.

Beeld: PIRO4D

Echter bood deze realisatie een mogelijkheid tot heling via een andere weg, want opeens werd de kinderlijke angst waaruit mijn neiging tot anderen wegduwen op was gebaseerd duidelijk. In plaats van de dame weg te duwen, deed ik datgene wat het moeilijkst en minst ‘natuurlijk’ voelde: Ik ging het gesprek met haar aan. Dat voelde als het onder ogen komen van mijn demonen, want elke negatieve reactie van een ander aan wie ik emotioneel ben gekoppeld wordt door mijn innerlijke kind nog altijd als harde persoonlijke kritiek opgevat, met daaraan gekoppeld de doodsangst voor afwijzing en verlating. Emotioneel volwassen worden echter betekent onder andere dat ik mijn innerlijke kind(eren) laat weten dat ze er niet meer alleen voor staan, maar dat ze nu een volwassene hebben die hen nooit meer in de steek laat: ikzelf. Met dat besef pakten wij de telefoon op.

Het werd een wonderlijk, inzichtelijk, louterend en uiteindelijk bevrijdend gesprek voor ons allebei.[5] Door open en oprecht elkaars angsten, overtuigingen en verwachtingen met elkaar te delen en bespreken ontstond er lucht en bewegingsvrijheid. Daardoor was wegduwen niet meer nodig, integendeel; hierdoor werd de weg geplaveid voor een oprechte vriendschap, want gebaseerd op wederzijds respect en vanuit liefde in plaats van angst.

Vaak hebben wij het nodig om juist die dingen te doen die ons het meest angst inboezemen. Dat is wat we onze demonen noemen en behelst al die mensen en situaties die we het liefst uit de weg gaan. Door ermee in contact te treden, geven we onszelf de mogelijkheid tot verzoening met onze donkere kant. Want onze ondeugd is ten slotte net zo’n groot onderdeel van ons hele wezen als onze deugd en verzoening daarmee zorgt voor verwerking, heling, balans en rust. Daar word ik net zo blij van als van Europapa van Joost Klein.

Vrolijke groetjes,
Erik Stout

[1] Dat geldt voor elke bewegingsvorm waarbij de volle aandacht op het lichaam wordt gericht, zoals de diverse krijgskunsten, yoga, qigong etc.

[2] Het principe van het onbewust uitzoeken van een partner die onze kindpijn moet gaan oplossen wordt door Jan Geurtz mooi beschreven in zijn boek ‘Verslaafd Aan Liefde.’

[3] Zie [2].

[4] Na mijn scheiding waren er een paar intieme relaties en samenkomsten met stuk voor stuk bijzondere, prachtige en liefdevolle vrouwen. Ik zal hen altijd dankbaar zijn voor de tijd die ze met mij wilden doorbrengen, de lessen die ik van (en met) hen mocht leren, en de intens waardevolle, vrolijke, moeilijke en prachtige momenten die we mochten delen.

[5] Reeds in de week die wij gezamenlijk hadden doorgebracht waren er diepe en vertrouwelijke gesprekken geweest. De vertrouwensbasis die daarmee was gelegd maakte de stap om dit gesprek aan te gaan een stuk kleiner dan anders het geval was geweest.