Onvrijwillige Spontaniteit

Leestijd: 8 minuten

Foto: LMH

Vraag aan honderd mensen de mooiste momenten uit hun leven en veruit het grootste deel zal onverwachte gebeurtenissen beschrijven. Een praatje met een buur wat spontaan uitmondt in een straatfeest, een oude vriendin tegenkomen wat doorloopt in een ouderwetse stapavond, of iemand die op een zomeravond in een park wat weg zit te tokkelen op een gitaar wat spontaan uitmondt in een urenlange jamsessie; allen worden zo hoog gewaardeerd door het spontane, onverwachte karakter ervan.

Aan de andere kant proberen we toch zoveel mogelijk alles van tevoren vol te plannen. Vraag aan honderd mensen hoeveel lege dagen er in hun agenda staan en de meesten zullen er weinig tot geen kunnen vinden. Dan blijft er amper tijd over om verrast te worden met een spontane gebeurtenis. Als we dat allemaal wel zo leuk vinden, waarom plannen we die agenda dan toch zo ver van tevoren vol? Wat houdt ons tegen om lege gaten in onze kalender te laten waarop we mogen ontdekken wat er gebeurd als er niets staat ingepland? Een aanwijzing kan worden gevonden in onze diepe overtuiging dat de wereld maakbaar is, of in elk geval zou moeten zijn.

Een van de bronnen waaruit deze overtuiging zou kunnen zijn ontstaan is te vinden in het Christelijke scheppingsverhaal waarin het universum in een week is ‘gemaakt.’ Dat impliceert de aanwezigheid van een plan, een tijdsplanning en een bepaalde (al dan niet antropomorfische) kracht die het allemaal in werking zou hebben gezet. Daarin ligt opgesloten het idee dat zowel mensen als natuur mechanisch van aard zijn en wij na het verkrijgen of ontdekken van de blauwdruk over totale controle ervan kunnen beschikken. Als we met dergelijke overtuigingen worden grootgebracht is het niet zo raar dat we zijn vergeten hoe spontaan te zijn en waarom we ongeplande gebeurtenissen zo hoog waarderen; immers komen ze net zo vaak voor als een Elfstedentocht.

In oosterse religies en tradities wordt daarentegen het spontane karakter van het leven en de natuur benadrukt en gevierd. Als er al wordt gesproken van een vorm van beheersing dan betreft het met name zelfbeheersing, want die herbergt de sleutel tot gemoeds- en zielenrust waardoor we niet meer met angst door het leven hoeven te gaan. Echter wordt zelfs de neiging tot zelfbeheersing als een spontane gebeurtenis beschouwd, want wat anders is onze beslissing tot een wat bescheidener opstelling?

De spontane aard van natuur, het leven en het universum wordt beschreven in een interessant scheppingsverhaal uit de Hindoeïstische Kālikā Purāna.[1] In dit geschrift wordt de vrouwelijke kracht als centrale schepper van het universum benadrukt die elke vorm kan aannemen, al naar gelang wat er op dat moment nodig is. Dit verhaal draagt in zich het zaad van de boodschap dat de ontwikkeling en groei van het universum nogal anders verlopen dan middels een strak geregisseerde en beleidsmatige planning. Hier volgt een verkorte, geparafraseerde versie van het verhaal:

Voordat tijd en ruimte er zijn, is Brahma – de schepper.[2] Diep in meditatie verzonken is Brahma alles wat is en er heerst er volledige kalmte en vrede. Die wordt echter verstoord als er beweging in zijn geest ontstaat in de vorm van visioenen die buiten zijn wil om een eigen belichaamde vorm aannemen.

Brahma verbaast zichzelf als hij zich opeens omringd weet door tien zonen die zojuist uit zijn geest geboren zijn, de ‘Koningen der Schepsels’ (tevens de voorvaderen van de heilige Brahmin caste in India). Daarna verschijnen er wederom tien belichaamde visioenen in zijn geest en ziet hij die een moment later als verschijningen naast de eerste tien zonen staan. Deze mindere versies van hemzelf assisteren in de latere stadia van de schepping en overzien daarna het natuurlijke proces van de kosmos.

Het volgende visioen wat zijn geest produceert betreft een beeldschone dame, die in de uitgebreide beschrijving van het verhaal dusdanig fraai wordt omschreven dat het woord ‘schoonheid’ net zo veel over haar zegt als het woord ‘rijk’ over Elon Musk. Haar naam is ‘Dageraad’ en zij zal een cruciale rol spelen in het ontstaan en de verdere ontwikkeling van het universum.

Nu er toch zo gul met visioenen gestrooid wordt, kan er prima nog eentje bij. Deze keer verschijnt er een gebeeldhouwde, knappe kerel. Brahma kroont deze jongeman Kama, god van de liefde. Hij is het evenbeeld van Eros en staat bekend onder namen als De Bedwelmer en Het Verlangen van de Liefde. Zijn pijlen brengen alle wezens in vervoering en omdat Brahma geen leugens kan vertellen, laat hij de jongeman weten dat zelfs hijzelf, Vishnu en Shiva ze kunnen niet weerstaan.

Aangezien onze jongeman vol branie zit (een eigenschap die veel jongemannen niet vreemd is), wil hij de kracht van zijn pijlen graag snel testen en ziet hij de openbaringen van Brahma als vrijbrief om dat meteen maar te doen op het kleine groepje aanwezige wezens. De pijlen raken zowel Brahma als zijn twintig geestgeboren zonen, waarna ze allemaal opeens op een wel heel andere manier naar Dageraad kijken dan even daarvoor.

Terwijl zweetdruppeltjes op een aantal voorhoofden beginnen te verschijnen, is de opgelopen spanning in de atmosfeer genoeg om Shiva uit zijn niet aflatende staat van meditatieve zelf-absorptie te laten ontwaken. In lotushouding zoeft hij door de lucht naar waar hij Brahma in een hachelijke toestand vindt en meteen barst hij in een minachtende, onophoudelijke lachbui uit.

“Wel, wel, wel! Brahma, wat is hier aan de hand? Wat heeft jou in deze fraaie staat gebracht? Je eigen dochter? Tsk tsk tsk.”

Beeld van Brahma - Vishnu - Shiva gevonden op: entremitosyleyendas.com

Brahma schaamt zich na de oorvijg van Shiva en duikt in diepe meditatie om zijn lustgevoelens onder controle te krijgen. Uiteindelijk lukt dat maar hij breekt in zweten uit tijdens het onderdrukken van zijn verlangens, want die zijn niet zomaar uit zijn systeem verdwenen. Uit zijn zweetdruppels worden de ‘Geesten van de overledenen’ geboren. Zij zijn de voorvaderen van de mens.

Bij een aantal van Brahma’s zonen breekt het zweet ook uit bij het onderdrukken van hun verlangens en uit het zweet van Daksha, de oudste van de Koningen der Schepsels, ontstaat een prachtige vrouw. Uit het zweet van de overige komen nog meer voorouders: ‘Zij die overleden toen hun uur kwam’ en ‘Zij die offergaven eten.” Daarmee is het hele scala aan gecreëerde wezens, geboren uit Brahma’s geest en verspreid over de wereld, compleet.

Adequaat uitgedrukt zijn alle wezens door de prachtige vrouw Dageraad in het leven geroepen, want de pijlen veroorzaken verlangen naar haar die haar vader en broers aan het zweten krijgt. Maar aangezien alle verschijningen spontaan en zonder voorbedachte rade als visioenen vanuit de geest van Brahma zijn opgekomen, net zoals onze gedachten vrijwel continu onvrijwillig opkomen, kan worden gesteld dat de schepping een onvrijwillig proces is.[3] Bovendien niet slechts onvrijwillig, maar eeuwigdurend.

Want zo gaat de creatie voort volgens deze opmerkelijke mythe: door verrassingen, onvrijwillige handelingen en abrupte omkeringen. De schepping van de wereld is geen gedane taak die is afgemaakt in een bepaalde tijdspanne (zeg, 7 dagen), maar een proces wat continu doorgaat in de loop van de geschiedenis; het universum steeds weer remodellerend en voorwaarts stuwend. Net als het menselijk lichaam wordt de kosmos gedeeltelijk elke dag opnieuw gemaakt; door een oneindig proces van regeneratie blijft het in leven. Echter is de manier van groei en ontwikkeling niet middels ordelijke planning, maar door middel van abrupte gebeurtenissen, crises, verrassende handelingen en zelfs vernederende ongelukken.

Vanuit dit standpunt bekeken lijkt het niet erg wijs om zo’n beetje alles volgens strakke planningen te willen regelen, want de schier onmogelijkheid ervan is bijna een natuurwet. We zien dat extreme weersomstandigheden voor veel oponthoud en vertragingen zorgen. We zien dat gewapende en geopolitieke conflicten een directe uitwerking hebben op onze energieprijzen. En we zien hoe weinig controle we in de regel hebben over het gedrag van onze naasten of onszelf. Hoe strakker we alles proberen te regelen, des te groter de frustratie en stress als weer eens blijkt dat alles uiteindelijk anders uitpakt dan we hadden gewild. Daarbij daalt de kans op verrassende momenten bovendien tot ver beneden nul.

Nu is de verleiding wellicht groot om volledig door te slaan en de agenda dan maar de prullenbak in te werpen. We gooien elke vorm van verantwoordelijkheid overboord om vervolgens dagelijks op te staan zonder een idee te hebben wat de dag brengen gaat. Velen vóór ons echter hebben dit reeds geprobeerd en kwamen voor het grootste deel in een bepaalde vorm van goot terecht. Behalve voor diegenen op wie dit aantrekkingskracht heeft, denk ik niet dat de meesten van ons daar erg blij van worden.

Zoals zo vaak ligt de kracht in het midden. Alleen maar afwachten wat de volgende dag gaat brengen leidt uiteindelijk tot verslonzing en vervuiling. Elke minuut jaren van tevoren volplannen ontneemt de mogelijkheid tot spontane gebeurtenissen of ontmoetingen waar zoveel moois in te vinden is. Plannen maken hoort nu eenmaal bij het mens-zijn en kan fantastisch veel plezier opleveren, net zoals gaten in de agenda voor onverwachte verrassingen kan zorgen. De kunst is om een verdeling te maken die voor ons werkt. Dat kan alleen maar door te oefenen en dat betekent een beetje uit onze comfortzone stappen, zeker voor diegenen onder ons die bij de agenda leven. Echter weten wij allemaal dat ontwikkeling en groei slechts mogelijk zijn door af en toe uit die comfortzone te stappen.

Dus doe jezelf een plezier en houd een paar dagen per maand de agenda leeg. Geef jezelf de ruimte om te onderzoeken en ontdekken wat er op zo’n dag gebeurd. Hoe wordt je wakker? Waar heb je zin in? Waar ga je naartoe? Wie kom je tegen? Wat had je verwacht? Wat was onverwacht? Wat voor weer was het en speelde dat een rol van betekenis? Gun jezelf zulke heerlijke loslaat momenten en geniet ervan, ook als het tegenvalt. Want in dat geval weet je dat er toch verwachtingen zijn voor die dag en dat houdt in dat er nog geen volledige openheid is om alles wat zo’n lege-agendadag brengt te ontvangen en accepteren.

Veel plezier met spelen!

Vrolijke groetjes,
Erik Stout

[1] De volledige versie van dit scheppingsverhaal is te vinden in het boek The King and The Corpse van Heinrich Zimmer (bewerkt door Joseph Campbell). Hierin presenteert hij op basis van oosterse en westerse mythen en legenden een selectie van verhalen die met elkaar verbonden zijn door hun gemeenschappelijke bezorgdheid over het probleem van ons eeuwige conflict met de krachten van het kwaad.

[2] In het Hindoeïsme staat Brahma voor de scheppende of creërende kracht, Vishnu voor de behoudende kracht en Shiva voor de vernietigende kracht, oftewel: ontstaan, bestaan, vergaan.

[3] Het gegeven dat onze handelingen hun oorsprong vinden in onze gedachten wordt mooi geportretteerd in deze mythe.