Een sprong in het diepe (4)

Image: Erik Stout

Leestijd: 10 minuten

Als prins Gautama Siddartha besluit om zijn luxeleven in het paleis van zijn vader te verlaten, is hij getrouwd en heeft een pasgeboren kind. Zijn verlangen om ziekte, ouderdom en dood te leren kennen, begrijpen en overwinnen was echter zo groot dat niets hem kon tegenhouden. Hij verliet het paleis in het holst van de nacht, ontdeed zich van zijn lange haar en ruilde zijn luxueuze kleding in voor bedelaarslompen en een bedelaarskom.

Met deze actie geeft de prins een mooi voorbeeld van compleet loslaten. Hij laat letterlijk alles wat hem bekend is achter om op ontdekkingsreis te gaan zonder te weten of hij ooit terug zal keren. Dat is het begin van zijn transformatie naar de Boeddha. Oftewel: door alles los te laten wordt uiteindelijk complete rust en balans gevonden.

Die rust en balans worden door velen verlangd en ik hoor vaak bij die groep. Elke keer als we menen pech te hebben, als het leven niet levert wat we ervan verwachten of als in onze perceptie ronduit het noodlot toeslaat, zouden we er alles voor over hebben om rust en balans te ervaren. Want elke keer als het ‘niet goed gaat’ veronderstelt ons brein dreiging met de fysieke stressreactie tot gevolg: hart wat tekeer gaat als een idioot, versnelde adem tot hyperventilatie aan toe, huilbuien, stram en stijf gevoel, strakke band om de maag, druk op de borst of het gevoel dat de luchtpijp dicht wordt geknepen.[1] Aangezien wij hebben aangeleerd om deze symptomen als ongewenst te beschouwen, willen we graag het tegenovergestelde: rust en balans. Vandaar dat het idee van loslaten zo’n ongekend grote aantrekkingskracht heeft omdat het die belofte herbergt.

Maar ja, wat moet er dan los worden gelaten om rust te vinden? Geld? Mensen? Een baan? Luxe? Eten? Als het gaat om materiële zaken komen we nergens want wat voor de een van cruciaal belang is, is voor de ander triviale nonsens. Dat geldt evenzo voor spirituele zaken. Wij grossieren echter allemaal in gehechtheden en gewoontes. En laten die nou juist voor veel leed, ellende en stressreacties zorgen.

Hoe zit dat? Laten we mijn verblijf in China als voorbeeld nemen. Het gebouw waar ik slaap beschikt niet over verwarming. Het is een groot stenen gebouw waardoor het binnen dus ook steenkoud kan worden. Dat was van tevoren bekend en ingecalculeerd als onderdeel van de uitdaging. Maar aangezien ik nog nooit eerder ’s winters in een gebouw zonder verwarming heb gewoond, was het makkelijk om te zeggen: “Dat gaan we wel eens even doen.” Pas nu de eerste winterkou zich aandient voel ik wat een steenkoude slaapkamer betekent. Meteen ontstaan weerstand en woede over het ontbreken van een ‘fatsoenlijke’ verwarming en angst over hoe ik in hemelsnaam deze winter door moet komen. Dat leidt tot de bekende stressreactie met bijbehorende lichamelijke symptomen.

Image: Erik Stout

Ik ben dus duidelijk gehecht aan verwarming (anders heb ik geen probleem met het ontbreken ervan) en ’s winters draai ik die gewoontegetrouw aan. Het feit dat dat nu niet kan zorgt voor stress, want in de perceptie van mijn brein hoort er aan een knop gedraaid te kunnen worden waarna de binnentemperatuur stijgt tot comfortabele hoogte. Nu dat niet mogelijk is wordt de stressreactie aangeslingerd vanwege de vermeende dreiging van kou. Maar met de vrijgemaakte energie vanuit die stressreactie valt er weinig te vechten, vluchten of pleasen[2] en wordt het niet minder koud. Dat zorgt weer voor frustratie met wederom een stressreactie en hoogst oncomfortabele lichamelijke symptomen, waardoor ik snel geneigd ben om heil te gaan zoeken in afleidingsgedrag.

Nu zijn wij meesters in onszelf overtuigen dat afleidingsgedrag ons daadwerkelijk rust brengt nadat er op onze knoppen is gedrukt. Laten we een paar bekende voorbeelden noemen en onderzoeken of dat ook klopt: Alcohol. Roken. Eten. Werken. Social media. Seks en pornografie. Gokken. Shoppen. Drugs. Liefdadigheid. Sporten.[3] Voor zover mij bekend is de gemiddelde fysiologische staat bij al deze voorbeelden er eentje van opwinding, precies het tegenovergestelde van rust. Toch wordt vaak beweerd dat ze ons ontspanning brengen. Hoe komen we daar op?

Met een ontwikkeld lichaamsbewustzijn (of lichaamsbesef) kan fysieke opwinding prima worden waargenomen, bijvoorbeeld een snelle hartslag of hoge, snelle adembewegingen. Is dat lichaamsbesef nauwelijks of niet aanwezig, dan worden we in de regel geregeerd door ons ego wat de neiging heeft om zijn eigen fantasieën, ideeën en denkbeelden voor waarheid aan te zien. Bovendien kan het onze lichaamssensaties blokkeren door zeer overtuigende en hardnekkige gedachten op te werpen, zoals: “Ik zit slecht in mijn vel maar een borrel helpt daar altijd goed tegen. Twee nog beter.”

Het is dan ook logisch dat ik nooit rustiger werd van de mij bekende afleidingsgedragingen. Ook logisch was het dat ik daar lange tijd onbewust van was. Ik leefde grotendeels in de participation mystique, wat zoveel betekent als ‘ik weet wat ik doe, maar heb geen idee waarom ik het doe.’ Maar als verklarende wezens in het westen maken we onszelf wijs dat het afleidingsgedrag onze stress doet verminderen. Daarmee hebben we potentieel schadelijk gedrag omgezet naar een veronderstelde succeservaring. Als ik niet lekker in mijn vel zit en een paar borrels, sigaretjes of nieuwe kleren lijken voor ontspanning en opluchting te zorgen, is de kans groot dat ik wederom daarnaar zal grijpen als ik opnieuw niet lekker in mijn vel zit. Doe dat vaak genoeg en het is een gewoontegedrag geworden, waarmee het wederom verzand in participation mystique. Bovendien hebben die gedragingen dan dezelfde status gekregen als ademen, slapen en toiletbezoek, alleen zijn die nooit als afleiding voor stress of oncomfortabele situaties ontwikkeld.[4] [5]

Image: Erik Stout

Dus elke keer als wij getriggerd worden in een stressreactie grijpen we automatisch naar de makkelijkste en meest voor de hand liggende afleiding. Daarmee komen we bij een van de meest halsstarrige collectieve overtuigingen die er te vinden zijn: “Als ik maar uit deze situatie stap, zal alles beter worden.” Of het nu een slecht huwelijk is, een arelaxte werkplek, een rotte buurt, een nat klimaat, of een rigide kerk, als we er uit stappen zal de zon gaan schijnen. Om er dan na een tijdje achter te komen dat ook de nieuwe situatie net zo slecht, arelaxt, rot, nat of rigide is als degene die is achter gelaten.

Prins Gautama kwam daar achter toen hij in zijn ascetisch bestaan niet kon vinden wat hij had verwacht. Hij had zijn luxe paleisleven namelijk niet voor niets ingeruild voor een leven van ontbering; daar zat een diep verlangen onder want hij wilde de oplossing vinden voor ouderdom, ziekte, zorgen en dood. Maar juist door dat verlangen (met de bijbehorende verwachting dat die oplossingen zich zouden aandienen door te kiezen voor ontbering) dreven de oplossingen steeds verder bij hem vandaan. Pas toen hij dàt in de gaten kreeg werden de obstakels weggeruimd voor zijn transformatie naar de Boeddha.

Desalniettemin was zijn verlangen in eerste instantie zo groot, dat hij nagenoeg alles er voor over had om het te bevredigen. Dat gaf hem meer dan genoeg motivatie om alles wat hem bekend was achter te laten en zich volledig en zonder zwembandjes in het diepe te storten. Hoe gek het wellicht ook klinkt, ook Boeddha was er in eerste instantie van overtuigd dat het gras bij de buren groener was, want in het paleis was hij helemaal niet gelukkig. Zijn overtuiging dat hij zijn gewenste vorm van geluk zou vinden door een leven van ontbering maakte dat hij dàt pad kon gaan bewandelen. Juist die overtuiging echter bleek het laatste obstakel naar datgene waar hij zo vurig naar verlangde (waardoor meteen duidelijk werd dat zijn verlangen zijn lijden – dukkha – veroorzaakte; de eerste van de vier nobele waarheden uit het Boeddhisme).

Nu ben ik geen boeddha. Ik dacht lange tijd een vurig ‘verlangen’ te hebben om rijk en beroemd drummer te worden. Maar mijn ‘verlangen’ staat in schril contrast tot het alles verterende verlangen van Boeddha – of het verlangen van iemand als Edward van Halen om zo goed mogelijk gitaar te leren spelen. Want waar die twee letterlijk elke minuut van hun tijd bezig waren met ontberen dan wel pielen met gitaren, zo was ik gemiddeld zes tot acht uur per week met de band van dat moment bezig en werd daarnaast gewoon 40 uur gewerkt. De moed om alles achter te laten om het ‘te gaan maken’ in de muziek had ik niet, dus zo groot was dat verlangen blijkbaar niet.

Image: Erik Stout (lekker in de sneeuw)

Toch was die droom op dat moment van levensbelang. De fantasie hield mij op de been in een donkere periode. Het loslaten van die droom was weliswaar moeilijk, maar voelde natuurlijk omdat het loslaten pas mogelijk werd toen ik inzag dat het een afleidingsgedrag was geweest. Met het loslaten van die droom vielen tegelijkertijd grote oogkleppen af. De daaropvolgende blikverruiming maakte de weg vrij voor een carrière in fysio- en massagetherapie, iets wat ik nooit had kunnen bedenken. De zelfbedachte zekerheid zorgde slechts voor rigiditeit en het loslaten ervan leverde uiteindelijk veel meer op dan het kostte.

Veruit het moeilijkste wat ik ooit los heb moeten laten was mijn huwelijk. Dat kwam door reeds lang geleden aangeleerde overtuiging dat ik niet in staat was om voor mezelf te zorgen, gecombineerd met het feit dat ik tot mijn scheiding nog nooit helemaal zelf een huishouden had gedraaid. Ergo, op mijn 45e ging ik eindelijk eens op mezelf. Daarbij mocht ik letterlijk de betekenis van het woord ‘doodsangst’ ervaren want ik was er oprecht niet zeker van of ik mezelf staande kon houden.

De eerste maanden op mezelf waren vooral moeilijk door mijn angsten en verdriet, maar praktisch ging het eigenlijk prima. Mijn huisjes waren schoon en gezellig en ik mocht het plezier in koken en lezen, leren en schrijven ontdekken. Dus zoals zonneschijn onherroepelijk verschijnt na regen, zo verdwenen mijn angsten en verdriet ook voor lieverlee naar de achtergrond om plaats te maken voor het besef dat op mezelf wonen eigenlijk zo eng niet is.[6] Sterker nog, dat het allemaal mogelijkheden met zich meebrengt die ik nooit had kunnen bedenken of vermoeden, zoals bijvoorbeeld kunnen sparen voor mijn huidige China avontuur.

Door de bovenstaande voorbeelden werd mij duidelijk dat het loslaten van diep gewortelde overtuigingen deuren opende naar nieuwe mogelijkheden die daadwerkelijk bij mijn aard passen. Dat bracht een onvoorstelbare ontspanning met zich mee en smaakte naar meer: Hoe zou het zijn als verworvenheden die wij in het westen als vanzelfsprekend beschouwen, zoals verwarming of familie en vrienden, er niet zijn? Hoe zou het organisme wat bekend staat als Erik Stout daarmee omgaan? Mega interessant en mega frustrerend als dingen niet gaan zoals het ego-gewoontedier dat gewend is. Maar dat zijn juist de leermomenten, want dan kom ik er achter waar nog gehechtheden en gewoontes zitten. Zet de schijnwerper er op en onderzocht kan worden welke daarvan nog waardevol zijn en welke ons niet meer dienen.

Wat dat betreft ben ik gefaseerd aan het loslaten met als doel: ontdekken hoe ik – dat wil zeggen mijn organisme (lichaam en geest) – reageer bij het ontbreken van gehechtheden en gewoontes. Momenteel zijn alle legale banden met Nederland tijdelijk verbroken en ben ik voor de wet geëmigreerd. De momenten van uitschrijven uit de gemeente en het land en het opzeggen van de zorgverzekering voelden wel wat onwennig, maar had verder geen enkele waarneembare gedachte of fysieke reactie tot gevolg. Blijkbaar zijn dat voor mij onbelangrijke zaken.

Het ontbreken van verwarming en dierbaren heeft heel duidelijke gedachten en fysieke (stress)reacties tot gevolg. Dat weet ik omdat hevige emoties en stressreacties opkwamen en getracht werd die te maskeren middels afleidingsgedrag, met name het bezoeken van nu.nl, stokoude hard rock/metal websites, kijken van YouTube filmpjes en om de havenklap mijn berichtenservices checken of er nog berichtjes binnen zijn gekomen.

Vandaar dat ik heb besloten, in het kader van gefaseerd loslaten, om binnenkort een maand volledig offline te gaan. Want net als met winter zonder verwarming doorbrengen kan ik pas weten hoe het voelt om offline te zijn als het zelf wordt ervaren. Januari lijkt daar een mooie maand voor te worden: die start in 2024 op een maandag en wordt door velen als een troosteloze maand beschouwd, dus prima geschikt voor mijn onderzoek. Want als mijn online-afleidingen wegvallen en daar gaan frustraties door ontstaan, welk afleidingsgedrag zal zich dan proberen te manifesteren?

We kunnen niet zonder gehechtheden en gewoontes. Althans, de meeste van ons niet. Maar we kunnen ze wel leren zien voor wat ze zijn: door onszelf aangeleerde overtuigingen die meestal zijn ontstaan om iets te verhullen, onderdrukken of maskeren. Daardoor kunnen ze op lange termijn meer schade toebrengen dan ons lief is. Door gefaseerd los te laten kunnen we onderzoeken wat onze gehechtheden en gewoontes zijn en of ze ons nog tot dienst zijn. Zo niet, dan kunnen we onze aandacht (lees: schijnwerpers) er op richten om uiteindelijk met volle liefde te kunnen zeggen: “Dank je wel voor alle tijd dat je er voor mij bent geweest, maar nu heb ik je niet meer nodig.” De ontspanning die dat brengt opent deuren naar mogelijkheden die passen bij je ware zelf en daar wordt je op den duur gegarandeerd blij van.

Vrolijke groetjes,
Erik Stout


[1] Dit is slechts een kleine greep uit mogelijke fysieke symptomen als onderdeel van een stressreactie.

[2] ‘Bevriezen’ vindt in dit specifieke geval toch wel plaats, met of zonder stressreactie.

[3] Van de genoemde voorbeelden komen sommige in eerste instantie wellicht niet overeen met het voor de hand liggende beeld van afleidings- of verslavingsgedrag. Toch heeft elke activiteit, wanneer er excessief en overmatig veel tijd aan wordt besteed, de mogelijkheid tot verslaving in zich.

[4] Ademen wordt in oosterse religies en filosofieën alsook in westerse therapieën als middel ingezet bij zelfontdekking en transformatie van bewustzijn en kan daarmee in essentie ook als afleidingsgedrag voor ongewenste situaties worden beschouwd, met dat verschil dat ademen de mogelijkheid herbergt om persoonlijke trauma’s daadwerkelijk te verwerken waardoor veel gewoontegedragingen – die uit die trauma’s voort komen – als vanzelf kunnen verminderen en uiteindelijk verdwijnen.

[5] In een andere blogpost zal ik uitgebreid ingaan op de fysiologische stressreactie en de fabel dat afleidingsgedrag ons tot rust kan brengen als er op onze knoppen is gedrukt.

[6] Waarbij ik graag wil vermelden dat Wendy en ik elkaar niet alleen door de scheiding heen hebben geholpen, maar tevens een onbreekbare familieband hebben gesmeed waar ik erg dankbaar voor ben.


Addendum:

Sinds gisteren kan ik via mijn laptop geen gebruik meer maken van Squarespace, de service waarmee de website is gebouwd en de artikelen worden gepost (heb een vaag vermoeden dat de grote vuurmuur er iets mee van doen heeft). Ik ben nu aangewezen op de Squarespace-app op mijn telefoon; daarmee kan ik gelukkig nog wel posten, maar het zou kunnen dat enkele functies niet perfect werken. Ook dat lijkt onderdeel van gefaseerd loslaten 😅